Jezus zegt tot drie keer toe: ‘Ik gééf mijn leven
voor mijn mensen’. En om zeker te zijn dat Hij begrepen wordt, voegt Hij er aan
toe ‘uit eigen vrije wil’. Ja, uit vrije wil zet Hij zijn eigen leven op het
spel, om het leven van zijn mensen te beschermen. Dat is wat de Goede Herder,
over wie het vandaag gaat, doet. Hún
leven telt, niet het zijne. Dit in tegenstelling tot de slechte herder, die
allereerst aan zijn eigen hachje denkt en in het ergste geval - ik denk aan de
toestanden van misbruik in de kerk - zelf het leven van zijn schapen
beschadigt.
“Ik ken
mijn schapen, en mijn schapen kennen Mij”
zegt de goede herder.
“Het is zo'n verschil, wie je komt helpen",
zegt een oudere mevrouw in de verzorging “ik voel het wanneer ze binnenkomen.
Sommigen noemen je bij je naam: Hallo Lieneke! zeggen ze, en je voelt de
liefde die ze meebrengen. Hun handen zijn zacht; de verzorging doet geen pijn;
voor zo’n lieve zuster ben je iemand met een naam en niet ‘die van kamer
Dit weekend wordt aandacht gevraagd voor roepingen.
Dat geldt, voor alle soort relaties onder ons mensen. Te lang hebben wíj
gedacht,- en het wordt ons steeds weer ingepeperd - dat dit evangelie over
roepingen alleen bedoeld is voor priesters als herders, en gelovigen als
schapen. Maar in een gemeenschap, die in de voetstappen van Jezus wil gaan, zijn
wij allemaal geroepen om herder/herderin te zijn voor elkaar. Geroepen om met
mensen naast ons op weg te gaan, dienstbaar te zijn, te helpen een antwoord te
zoeken op hun vragen. Geroepen om hen nabij te zijn in hun bange zorgen en
onzekerheid, in dreigende armoede, werkeloosheid of gedwongen ontslag.
“Het maakt een wereld van verschil, wie er dan
aan je zijde staat”