Gedachte van de week – Opdat zij leven mogen bezitten

15 mei 2011


“Ik ben gekomen opdat zij leven mogen bezitten, en wel in overvloed. Deze woorden van het evangelie zijn als het ware de lijfspreuk van Jezus. Dat mensen  volop tot recht zouden mogen komen als mens, daar ging Hij voor. Met die lijfspreuk van Jezus in ons achterhoofd kijken we naar het verhaal over de herder en zijn schapen. Het beeld, dat daarin geschetst wordt van Hem als goede herder, heeft niet de bedoeling om mensen monddood, te maken. En ook niet om herders te etaleren als de enigen, die het weten en de dienst uitmaken. Te lang en teveel hebben wij bij het woord ‘herders’ alleen maar gedacht aan de clerus; en bij het woord ‘schapen’ alleen maar aan de leken. Te lang en teveel hebben die hérders zelf gedacht te moeten sturen met wetten en voorschriften .Dit getuigt niet van vertrouwen in eigen geweten en verantwoordelijkheid van mensen, maar van angst om hun de ruimte te geven eigen stappen te zetten. Dát wantrouwen doen onrecht aan mensen en blokkeren hun ontplooiing en inzet, die we zo nodig hebben. Natuurlijk is er leiding nodig in Gods kerk. Die mag echter niet bestaan in beslissen vóór mensen, maar in zoeken mét mensen. Richtlijnen dienen om te helpen een af­weging te maken voor een eigen gewetensvolle beslis­sing. Het  eigen geweten is en blijft de eerste en on­vervreemdbare factor voor menselijk handelen. Ik mag mijn geweten niet buiten werking stellen. Ik moet erop vertrouwen en erop koer­sen. Anderen mogen mij helpen, maar kunnen niet voor mij beslissen. Het tweede Vaticaans Concilie deed  een appèl op de leken om naar buiten te treden, hun eigen geweten te volgen en verantwoordelijkheid te nemen. Het lijkt echter voor kerkleiders nog altijd moeilijk om de overstap naar die nieuwe kerk te maken, om de teugels te vieren. Er wordt van hogerhand nauwelijks ruimte geschonken voor initiatieven van leken. Wij hopen vurig op een nieuwe frisse wind in de top van de kerk, op herders in de geest van het evangelie, die hun kudde de ruimte geven om eigen initiatieven en eigen beslissingen te nemen. Maar ik ben van mening dat wij geen afwachtende houding mogen aannemen. Wij dienen onze herders  tegemoet te komen en te helpen om de kerk van de toekomst te bouwen.

Pedro Casaldaliga, zelf bisschop in Brazilie, daagt zijn onderdanen uit: ‘Mensen aan de top’, zegt hij, ‘moeten afleren om de dienst te willen uitmaken, ze moeten leren te luisteren naar wat mensen aan de basis te zeggen hebben. Maar mensen aan de basis hoeven zich niet alles te laten gezeggen, ze moeten leren vrijmoediger te zijn, meer verantwoordelijkheid te nemen, niet bang te zijn zich te laten horen tegenover hun herders. Want ze zijn niet zomaar een kudde; ze zijn vrije mensen, kinderen van God.’