Gedachte van de week – Moge God ons zegenen

31 december 2013 (Oudjaar)


We lazen als eerste lezing de zegen uit het boek Numeri, een aloude zegenbede van Israel die door de priester voor het volk werd uitgesproken. Zegenen is daar iets dat te maken heeft met beschermd en behoed worden. In de zegen wordt een verband gelegd tussen ons mensen en de God, de Schepper van ons leven. Het gaat er daar niet om, dat er geen mensen meer ziek worden of dood gaan, dat er nooit meer ongelukken gebeuren of mensen werkloos worden; dat er nooit meer moeilijkheden in je leven zullen zijn.

Ook de oude Israëlieten hadden die ervaring, niet alleen in persoonlijke zin, maar ook als volk dat veel oorlogen en onderdrukking gekend heeft. Daarin zochten zij houvast bij hun God en ze vonden troost in het geloof, dat God hun nabij was. dat God met hen meeleefde. Dat God hen uiteindelijk altijd zou zegenen. Daarover spreekt de zegen die we hoorde in Numeri, de eerste lezing. Daaruit putte men hoop en vertrouwen in een toekomst, want met Gods zegen – zo geloofde men – kon men het aan.

 

En nu dan? Hoe is dat voor ons in het relatief rustige en rijke West Europa, waar oorlog en vervolging geen actuele ervaring is, maar vooral persoonlijk leed gevoeld wordt. Maar ook daarvan hoor ik toch: veel mensen die onder leed gebukt gingen konden op een gegeven moment zeggen: het was geen fijne tijd en ik heb het heel moeilijk gehad, maar ik had goede mensen om me heen of veel steun gekregen van mensen van wie ik het niet verwacht had, of er kwam iets nieuws op mijn pad dat nieuwe perspectieven opende. Of mensen zeggen: hoe moeilijk ook, maar achteraf heb ik er veel van geleerd, ben ik er sterker door geworden, ben ik anders tegen het leven gaan aankijken; soms zelfs kan iemand zeggen: ik weet niet waarom dit alles nodig was, maar het is goed geweest.

Dat is ook een zegen. Een grote zegen. Als je kunt zeggen dat een jaar goed is geweest, met alles wat daarin gebeurde aan goed en kwaad, aan mooie en moeilijke dingen. Dat alle tijd een zegen is.

 

Mogen we zo terugkijken op een gezegend jaar en vooruit hopen:

Dat ons het komende jaar de zegen te deel mag vallen van God

in een hand op de schouder,  een hart onder de riem,

in mensen die warmte uitstralen.

Dat we gezien worden, aandacht krijgen,
een gebaar van meeleven of vergeven,
een
knipoog of een stille groet.

Een zalig uiteinde en een gezegend nieuw jaar. Amen.