Het weekend tussen
Hemelvaart en Pinksteren. Voor de leerlingen van Jezus is het een tijd van
gemis en leegte. Ze zijn in een bedreigde positie vanwege hun geloof. Hun toekomst is
onzeker. Jezus bidt dat ze nu al en voor altijd zijn opgenomen in de Liefde van God. Hij bidt hartstochtelijk.
Dat bidden van Jezus is ontroerend. Zelf staat hij voor een heel zware weg, een
weg die naar de dood voert. En juist nú denkt hij niet aan zichzelf maar aan
zijn leerlingen. Hij geeft in zijn bidden de gunnende liefde van God als het
ware door. Hij bidt dat de leerlingen voor altijd opgenomen mogen zijn in de
liefdesband die er is tussen hem en de Vader. Wat er ook zal gebeuren, hoe zeer
ze ook bedreigd zullen worden, in wezen zullen ze veilig zijn in Gods Liefde.
Jezus bad niet alleen
voor de leerlingen van toen, maar ook voor ons, ‘voor allen die door het woord
van de leerlingen in mij geloven’. Ook voor ons bidt Jezus dat we mogen leven
in de liefde van God. Ook voor ons geldt dat we ondanks eenzaamheid, rouw,
verdriet, gemis, bedreiging en onheil veilig zullen zijn bij God. We zijn gevat
in zijn liefde. Hoe het leven ook zal gaan: uiteindelijk kan niets ons
bedreigen.
Kunnen we ons aan die
veiligheid en die liefde overgeven? Kunnen we vertrouwen en geloven dat niets
ons kan scheiden van de liefde van God? We ‘kunnen’ dat niet vanuit onszelf.
Geloof en vertrouwen zullen ons worden geschonken. Wel kunnen we erom bidden.
Biddend vertrouwt de mens zichzelf toe aan God. Biddend vertrouwt de mens ook
de ander toe aan God.
Volgende week is het
Pinksteren, de vijftigste dag na Pasen, het feest van de heilige Geest. De
Geest die Jezus beloofde zal opnieuw over ons komen. Die goede Geest van hoop
en troost, van mildheid en mededogen, van kracht en sterkte. Laten we ons er
biddend op voorbereiden:
Kom heilige Geest en
ontsteek in ons het vuur van uw liefde. Geef ons geloof en vertrouwen en
verbindt ons met elkaar.