Gedachte van de week – Hemelvaart

2 juni 2011


Twee gedachte bij dit feest van Christus’ Hemelvaart:

Allereerst zal het duidelijk zijn dat dit verslag van Lucas in zijn ‘Handelingen’ geen journalistieke weergave is van een feitelijke gebeurtenis. Nee, Lucas wil Jezus leven beschrijven vanuit zijn levenseinde. Juist na zijn dood begrepen de leerlingen pas echt wat Jezus hun hadden willen zeggen en voorleven. Zij hebben Jezus meegemaakt, als man die elke dag opnieuw in de weer was voor het geluk van mensen hier op aarde; een stukje hemel verwezenlijken op aarde, juist voor hen die het hier op aarde moeilijk hadden, juist voor hen voor wie het leven op aarde vooral uitstoting of armoede of ziekte betekende.

En dat werken aan de hemel op aarde, die zijn voltooiing vindt in het beeld van de hemelvaart van Jezus aan het eind van zijn leven, kan ook een beeld zijn van onze manier van leven. Ook in het gewone leven kunnen wij voor mensen het verschil maken tussen hemel en hel, tussen geluk en ongeluk, hoop en wanhoop. Het klinkt misschien wat hoogdravend, maar ik denk dat het juist zit in de kleine en grotere dingen van alledag: dat luisterend oor, die arm om iemands schouder, of gewoon de tijd nemen voor een bezoek, je durven uitspreken voor iemand, stelling nemen, iets over kunnen laten aan iemand anders.

En de diaconale insteek van onze parochie biedt ons voldoende mogelijkheden daartoe.

 

Maar er is nog een andere kant, verbonden met het feest van Hemelvaart.  

Het beeld van Jezus’ hemelvaart mag ook een beeld zijn van onze eigen hemelvaart achter de grens van ons eigen sterven. Wij mogen geloven dat ons werken aan een hemel op aarde eens voltooid zal worden in een definitief thuiskomen bij God. Van ieder van ons wordt gevraagd zijn eigen leven te leven, met alles wat ons overkomt aan goede en moeilijke dingen, met ieder zijn of haar eigen gaven en tekorten en met de mensen die je gegeven zijn of die op je pad komen.

Van Jezus werd zijn leven gevraag. Van ons word ons leven gevraagd. Telkens weer gaat het erom hier in dit bestaan aan een hemel te werken voor elkaar en om ook daarna die Hemelvaart in God  te mogen voltooien.

Moge het voor u en voor mij door onze inzet, door onze verbondenheid met elkaar en met God, een gevoel te geven van thuis te komen.