Wie zeggen de mensen dat ik ben, dat horen we in het evangelie. En in de manier waarop Jezus daarover spreekt, klinkt een diepe wijsheid door. Weten wie Jezus ten diepste is, is ook een geheim, is niet een twee drie te doorgronden. Om te weten wie iemand is, moet je meer weten, dan alleen van horen zeggen. Om iemand te leren kennen, moet je met hem optrekken. Om Jezus te leren kennen, moeten zijn leerlingen met Hem optrekken en meemaken wat Hij meemaakt.
Als Jezus aan Petrus vraagt: wie zeggen de mensen dat ik ben, krijgt hij dus in eerste instantie te horen wat anderen over hem zeggen. Maar dat is niet waar Jezus op uit is. “Maar jij, Petrus, wie zeg jij dat ik ben”. Dan raak je aan het wezenlijke van wat iemand is en wil zijn, wat hem ten diepste beweegt. Wat is het dat je drijft, dat je kunt doen wat je doet?
Om Jezus te leren kennen, moeten zijn leerlingen met Hem optrekken; moeten zijn leerlingen zijn idealen kennen en weten wat Hij er voor over heeft (gehad), weten dat die idealen niet zomaar te realiseren zijn. Daarom mag Petrus hem nu wel Messias, Gezalfde, noemen, maar hij moet eerst nog ervaren dat daar ook lijden bij hoort.
En wij? In hoeverre willen of durven wij Hem leren kennen en volgen?