Gedachte van de week – Dwarsliggen?

15 juli 2012


In de dagen van Amos was Israel verdeeld in een Noord- en een Zuidrijk. Het Noordrijk had een koning die zich ten koste van anderen verrijkte met mooie paleizen, terwijl de armen in krotten woonden. Het heiligdom in Betel was een soort alibi: kijk eens hoe vroom en gelovig wij zijn. maar ondertussen was het er een en al oneerlijkheid en corruptie.

Amos is een boerenzoon uit het Zuidrijk, met een gezond boerenverstond. Maar vooral ook met een groot rechtvaardigheidsgevoel. Hij voelt zich door God geroepen om de mensen in het noorden tot de orde te roepen.

‘Maak dat je wegkomt’, zegt de priester Amasja dan tegen hem. ‘Ga met je donderpreken maar naar het zuiden. Ga thuis maar profeteren’.

‘God zelf heeft mij bij mijn vee weggehaald om hier dwars te liggen’: dat zegt Amos tegen Amasja, de brave tempeldienaar, iemand die juist nooit dwarsligt en die daardoor zo hoog is geklommen. Een meeloper en jaknikker van de koning. Een brave priester in plaats van een dwarse profeet.

 

Wanneer Jezus zijn leerlingen op pad stuurt, lijkt Hij te hopen dat ze zullen lijken op Amos. Dat ze mensen zijn die zich niet laten vangen door zucht naar meer macht of bezit, die zich niet onnodig laten omgeven met allerlei zekerheden, die zó los staan van eigenbelang dat ze des te meer openstaan voor anderen.

Zo’n grondhouding van ‘niets te verliezen hebben’ is niet eenvoudig in onze (vaak hebberige) cultuur.

Bemoedigend is dan dat je het niet alleen hoeft te doen: hij stuurt hen twee aan twee; je mag elkaar aanvullen, bemoedigen en waar nodig verbeteren.

Bemoedigend is ook dit: wanneer je ergens komt – zegt Jezus – en je bent niet welkom, schud dan het vuil van je voeten en ga gewoon verder. Misschien gaan straks ergens anders deuren en oren open die hier en nu gesloten blijven.

 

p. A. Blijlevens, cssr.