Gedachte van de week – Te gast zijn

21 juli 2013 (16e zondag door het jaar, C)


In de evangelielezing horen we hoe Jezus te gast is bij Marta en Maria.

Marta doet er alles aan om haar gast zo goed mogelijk te ontvangen. Ze maakt zich druk over de bediening.

Maria daarentegen legt haar werk neer en gaat aan de voeten van Jezus zitten om naar Hem te luisteren. Ze is een en al aandacht voor Jezus’ verhaal.

Zo komt ze in contact met haar gast en heeft ze deel aan zijn wereld.

De diepere inhoud hiervan wordt duidelijk als je dit verhaal verbindt met wat er aan vooraf gaat, namelijk het verhaal van de barmhartige Samaritaan.

Als je deze twee verhalen samenvoegt, dan krijg je een heel nieuwe kijk op het gebeuren.

Het gaat dan om de vraag: welke houding moet je hebben om je gasten te ontvangen?

Of welke geloofsinstelling moet je hebben om een echte volgeling van Jezus te worden?

En het antwoord dat Lucas via Jezus geeft is: het gaat om een kwaliteit van aanwezig zijn.

Het ene moment moet je zoals de Samaritaan de gekwetste bijstaan. Op het andere moment gaat het om open te staan en met heel je persoon luisteren naar de ander. In beide gevallen gaat het om los van zichzelf te komen. Echte gastvrijheid vraagt dat je onthecht bent.

Dat je niet jezelf zoekt, maar de ander volgt. Die onthechting is wezenlijk, wil je in de gast God zelf herkennen. Niet jij, gastvrouw of gastheer, bent belangrijk, maar de gast.

Je zult van hem de menselijke rijkdom ontvangen die ieder mens in zich draagt.

In ieders leven is er tijd waarin we ons actief inzetten voor de ander, onze gasten zo goed mogelijk willen ontvangen én een tijd dat we ruimte en tijd maken voor stilte en bezinning. Twee facetten van ons leven, die net als de twee zusters - Marta en Maria – in hetzelfde huis, bij elkaar horen als gebed en doen, als dromen en handelen. Dat ook wij onze deur open houden voor God die ons zoekt. God die bij ons te gast wil zijn….