In een film uit 1985 over de
vuile oorlog in Argentinië - over de dwaze moeders en de vermisten - (zegt
Oosterhuis) zag ik een oude man huilen. Zijn zoon heult met de machthebbers, en
praat hun handelwijze goed. Hij wil niet
arm zijn, hij zal wel gek zijn. Jullie, roept hij tot zijn vader, hebben nooit
je kans gegrepen, ik doe dat wel. De vader grijpt met zijn grote handen
vertwijfeld naar zijn hoofd en huilt, geluidloos. Zo huilt God, dacht ik toen, denk
ik nog (zegt Oosterhuis).
Er zijn mensen die precies weten te vertellen hoeveel
calorieën zij per dag moeten hebben. Die letten op: niet te vet, niet te zoet,
niet te zout. En op: voldoende vitaminen, genoeg vezels, genoeg calcium. Wat
willen zij? Lang en gezond leven. En toch ontbreekt er vaak iets. Er zijn er,
die alles hebben wat hun hart begeert, een goede baan, een mooi huis, een dure auto.
En zich alles kunnen permitteren: verre reizen, winter- en zomervakantie. En toch ontbreekt er vaak iets.
Er zijn er, die als de dood zijn voor een rimpeltje, voor een tikkeltje
overtollig vet, en aan het ‘botoksen’ slaan. Ze
zetten in het ideaal dat hun in de media aangepraat wordt. En toch ontbreekt er
vaak iets. Er zijn kinderen, die alle speelgoed hebben dat zij maar wensen. De
grootouders weten niet meer waarmee zij hun kleinkinderen een plezier kunnen
doen. Want zij hebben alles al, en toch ontbreekt hun iets.
Wat is het dat er ontbreekt? Er is iets belangrijkers in het leven, dat men bij dit alles uit het
oog dreigt te verliezen. Brood en spelen zijn niet voldoende Puur behoeftenbevrediging brengt geen geluk, eerder verveling. .
Er is méér nodig voor het geluk van mensen is de
boodschap van Jezus vandaag: honger naar gerechtigheid, honger naar een mooiere
wereld. Hij wil geen volgelingen die alleen maar aan zichzelf denken. Hij wil volgelingen
die - zoals Hijzelf - oog hebben voor de arme, kwetsbare mensen. Het gaat om
inzet van mensen voor elkaar. Waar mensen hun eigen leven tot brood maken voor
elkaar, daar zijn zij op hun mooist, ook al zit er dan een rimpeltje in hun
gezicht of een plooitje in hun lichaam. Waar dat gebeurt zijn mensen echt
gelukkig, niet alleen zij die ontvangen, maar ook zij die geven.
“Ik
wil niet arm zijn, ik zal wel gek zijn, ik grijp mijn kans”, zei de zoon in die
film. De vader verbergt zijn hoofd in zijn handen en huilt stil. Ja, zo huilt God, denk ik.