Een terechtwijzing
heeft alleen maar effect als ze uit liefde gebeurt. ‘Ik zie jouw agressie’, zei
de groepsleidster tegen het gedragsgestoorde meisje, ‘maar je hebt ook een
lieve zachte kant; misschien kun je die nog meer laten zien’; het meisje ging
een ander gedrag vertonen; want het was uit liefde gezegd. Dit simpele
voorbeeld spreekt voor zich. Als iemand verkeerd bezig is, mag de gemeenschap,
die het ziet gebeuren, niet wegkijken. Als iemand een splijtzwam is in de gemeenschap,
en de gemeenschap spreekt de persoon in kwestie er niet op aan, dan is zij schuldig
aan nalatigheid. Het zou wel eens kunnen blijken, dat wij bijna altijd praten
óver die ander, en zelden mét hem/haar. De teneur van de lezingen vandaag is:
laat de terechtwijzing zó zijn dat ze effect kan sorteren; laat ze uit liefde
gebeuren. Iemand, die mij in dit opzicht veel heeft geleerd, is Nelson
Mandela. Hij heeft 27 jaar gevangen
gezeten op Robben Eiland en daar door het gedrag van de blanke bewakers geleerd,
dat elke mens, naast een donkere kant, ook iets goeds heeft. Dat de ander vaak
niet de persoon is die hij lijkt te zijn, maar in feite een beter mens is dan
zijn gedrag laat zien. Toen hij na 27 jaar als vrij man de gevangenispoort
uitwandelde, was hij niet meer dezelfde
als toen hij er binnen ging. Hij trad naar buiten als een man die boven
bitterheid was uitgegroeid. Hij was voorbestemd om een nieuw Zuid Afrika te
gaan leiden, waar blank en zwart niet als vijanden, maar als broeders en zusters verder moesten. Hij
geloofde dat dit alleen maar zou kunnen, als je het goede in de ander wilt
zien. Ik moet er niet aan denken wat voor een bloedbad Zuid Afrika zou zijn
geworden, als hij - als toekomstig leider - zich onverzoenlijk had opgesteld,
en de blanken alleen maar als slecht en als vijanden, had gezien.
Misschien zouden ook
wij in onze samenleving hier veel van kunnen leren. Wij leven in een
multiculturele samenleving. Wij dreigen echter uit elkaar gespeeld te worden
doordat wij ons mee laten sleuren door kretologie, die de anderen neerzet als
slecht en vijandig, als bedreiging. Misschien is een positieve benadering à la
Mandela vruchtbaarder: ervan uitgaan dat de ander integer en eerlijk is.
Tot slot dit: Wij staan
weer aan het begin van een nieuw jaar in de parochie. Wij willen een levende
gemeenschap zijn die ertoe doet. Dat kan alleen maar, dunkt mij, als wij in
elkaar geloven, het goede in elkaar zien, elkaar niet de maat nemen. Ieder vogeltje
zingt zoals het gebekt is. Ieder vogeltje apart is misschien een schetterbek,
maar met elkaar maken wij prachtige muziek. Daar geloof ík in.