Pro Deo – dat is het thema dat ik vind
passen bij de lezingen. Dat betekent letterlijk ‘voor God’. Het
heeft bij ons de betekenis gekregen van ‘voor niets’. Want als je iets deed/doet
voor God (of voor de kerk of de parochie), dan deed je dat niet om iets te
verdienen, dan deed je dat voor niets. En zo zijn er in onze parochie heel veel
mensen die zomaar, voor niets, pro deo
heel veel dingen doen.
We zijn allemaal werkers in die wijngaard van God.
En de kern van dit verhaal is: iedereen moet toch leven….
Ook die werkers van het laatste uur, die maar kort
gewerkt hebben, hebben een gezin, een vrouw en kinderen, die zij te eten willen
geven. Dat zou toch iedereen moeten verdienen….
Maar dat is niet zo vanzelfsprekend. Wij hebben een
ander, aangeleerd gevoel voor beloning. Als je teveel ‘zomaar’ doet, zegt men
al gauw: die is gek….
Of iemand zegt: nee, dat doe ik niet voor niets, ik ben
toch niet gek….
Maar God zegt precies het omgekeerde. Jesaja
zegt:
“God is heel anders dan jullie denken. Want: Gods
gedachten zijn niet de gedachten van mensen en Gods wegen zijn niet onze
wegen.”
En het verhaal van de wijngaard zegt: als God de baas zou zijn, dan zou de
wereld er heel anders, veel mooier uitzien.
Jezus wijst ons op de vrijheid van Gods genade en
goedheid, die maakt dat niemand een streepje voor heeft, en zeker niet op grond
van verdiensten.
We
mogen er allemaal bijhoren en iedereen kan gebruikt worden!
Bij het begin van de vredesweek mogen we ons misschien
wel door die gedachte laten inspireren……