In
het evangelie van vandaag komen we twee typen van gelovigen tegen. Enerzijds de
farizeeër die zó zijn best doet dat hij doorschiet en zich verheft boven andere
mensen. Anderzijds de tollenaar die zich schuldig voelt, dat hij zijn medemens
tekort heeft gedaan. Zijn het twee totaal verschillende personen? Of zijn het
twee kanten in ieder van ons?
Met deze parabel houdt Jezus ons een spiegel voor, om naar
onszelf te kijken. Hij begint aldus: “met het oog op sommigen, die zich
rechtvaardig vinden”. Wie zou hij bedoelen met sommigen? De farizeeër wordt als type naar voren
geschoven. Dit ligt ook wel een beetje voor de hand, want zij zijn mensen met
een sociale positie waarop ze zich graag laten voorstaan. Ergens anders in het Lucas-evangelie zegt Jezus immers over hen: “Pas op voor de
schriftgeleerden, die
De
farizeeër gaat voor in de tempel staan en heeft het alleen maar over zichzelf : “God ik dank u dat ik niet ben zoals de anderen,
en kijk eens wat ik allemaal doe.” Hij heeft God niet nodig, en daarom luistert
God niet naar zijn gebed. Maar de tollenaar neemt God - en Gods gerechtigheid -
tot maatstaf…en voelt zich klein, want hij heeft er niet veel van gebakken.
Hier ligt, lijkt me, de kern van de boodschap vandaag. Iedere mens heeft de
neiging om zichzelf centraal te stellen en anderen de maat te nemen…en er dan
natuurlijk gunstig uit te komen. Maar waar het om gaat is: kijk niet naar
anderen, oordeel niet, kijk naar jezelf … en naar God… en wees bescheiden. Wat
we aan goeds in ons hebben, komt van Hem… eigen je dat niet toe. De eerste
lezing van vandaag wordt nu misschien beter verstaanbaar: “Geef aan de allerhoogste naar wat Hij
geschonken heeft... en probeer God niet om te kopen, Hij neemt het niet.”