Gedachte van de week – Een blijde boodschap voor iedereen

27 januari 2013 (3e zondag, Jaar C)


Als Jezus van Nazareth zijn openbaar leven begint, treedt Hij naar buiten met zijn ‘mission statement’ in de synagoge van zijn geboorteplaats. Hij verwijst naar de woorden van de profeet Jesaia.  Dan legt Hij die woorden uit: ´Wat zojuist is gelezen', zegt Hij, 'gaat nu beginnen!'  Hij gaat het doen, aan armen de blijde boodschap brengen. Hij heeft het niet over geestelijke armoede. Want hij  spreekt over het jubeljaar, en dat betekent herverdeling van bezit en goederen, sociale rechtvaardigheid.

Zijn boodschap is radicaal en ongemakkelijk. De herinnering aan Jezus is een gevaarlijke herinnering. Altijd door is de eerste reactie van mensen er een geweest van afzwakken en de gevaarlijke herinnering ongevaarlijk maken. Begrijpelijk, want we voelen ons aangesproken. Wat kunnen wij ermee in de praktijk? Is zijn boodschap alleen maar een blijde boodschap voor de armen?  En niet voor óns, voor  u  en voor mij, die in redelijke welstand mogen leven?  Heeft ze dan niets bemoedigends te zeggen aan ons adres? Tóch wel, lijkt me.

Dat de  grote meerderheid van onze broeders en zusters in de wereld in armoede en honger leeft, kunnen we niet ontkennen; dat is gewoon een feit. Dat dit geen noodlot is dat hen toevallig treft, waar wij niets aan kunnen doen, dat weten we ook. Wij weten dat hun armoede mensenwerk is, door mensen gecreëerd;  dat er een verband is tussen hún leefsituatie en de onze in de rijke westerse wereld.

Toch kan de boodschap van Jezus wel degelijk een blijde boodschap voor ons betekenen, als wij onze ogen en ons hart niet sluiten voor dat gegeven.  Als wij het mechanisme proberen te begrijpen, hoe het werkt.  Als wij door de ogen van hen, die aan de lijve armoede ondervinden, naar die grote wereld durven te kijken. Als wij samen proberen te begrijpen waar ónze leefwijze, óns koopgedrag hen arm maakt en houdt. Als wij samenscholen, samen zoeken om ons leefpatroon en koopgedrag zodanig te veranderen, dat zij uit hun armoede kunnen opkrabbelen. Als wij samen ook politiek een vuist durven maken.

Dan, alleen dan, geven wij blijk zijn boodschap te verstaan en serieus te nemen. Dan, alleen dan, is ons brood breken aan deze tafel een oprecht gebeuren, een feestelijk gebeuren, een viering,