Gedachte van de week – God de mens nabij

18 december 2011 (4e advent)


Onze Andreasgemeenschap kerkt in een gebouw. Het is nodig  om samen te scholen en plannen te maken, hoe we in 2011 gestalte geven aan het Koninkrijk Gods; en om samen te kunnen vieren en inspiratie op te doen. Maar we mogen niet uit het oog verliezen dat dit gebouw middel is, instrument,  geen doel op zich.  God mag niet opgesloten worden in een bouwwerk van mensen. Het bouwsel moet dienstbaar zijn aan Hem, aan wat Hij voorheeft met onze wereld. Dat is de eerste lezing van vandaag: Hij wil geen stenen tempel, omdat dit gemakkelijk leidt tot starheid (er is geen beweging in te krijgen), tot pronken en zelfverheerlijking (‘zie eens wat een mooi gebouw wij hebben!’) Hij kondigt aan dat niet wìj een huis voor Hem bouwen, maar dat Hij een huis voor ons bouwt. Hij wil zijn waar mensen zijn, met hen meetrekken in het leven van alle dag: ‘Muren van huid, ramen als ogen, speurend naar hoop en dageraad, huis dat een levend lichaam wordt als wij er binnengaan”, zo’n huis wil God. Ik kan me niets bedenken wat dichterbij is, intiemer, dan de moederschoot.

In het evangelie van deze 4de zondag van de advent wordt daarom alle aandacht gegeven aan de moeder van Jezus, aan haar zwangerschap. Maria zegt in antwoord op de boodschap van de engel Gabriel:  “ik ben de dienares van de Heer, laat met mij gebeuren wat U gezegd hebt”. Haar woorden duiden op een weloverwogen keuze om haar rol te spelen in het levensprogram van haar zoon, het werken aan een nieuwe wereld van zuster/broederschap, zijn Koninkrijk. Ja, zo dichtbij wil God zijn, een van ons, onder ons, meetrekkend met ons in ons leven van elke dag.