Drie
groepen mensen vragen in heel concrete situaties uit het dagelijks leven: wat
moeten wij doen? Zij krijgen antwoord van Johannes: jullie hoeven geen uitzonderlijke
dingen te doen; jullie moeten de dingen, waar je voor staat, goed doen. Als je
soldaat bent, misbruik je positie dan niet tegenover de burgers. Als je
belastingambtenaar bent, wees dan eerlijk. Als je maar een gewone burger bent,
zegt hij: Doe het goede, deel met elkaar wat voor het leven nodig is. Wanneer
jullie dat doet in je dag-en-dagelijks leven, dan
ligt geluk om de hoek, niet alleen voor de ander, maar ook voor jezelf.
Dat
zijn de rechte verhoudingen waar de Tora over
spreekt. "God beminnen met heel je hart, met heel je ziel en met al je
verstand; en je naaste als jezelf.” De
evangelist Lucas geeft voor drie groepen mensen een concrete invulling wat
betreft de naastenliefde. Op kleine schaal, tussen mens en mens, is dit
allemaal nog wel hanteerbaar. Maar hoe ligt dat op wat grotere schaal in stad
of land? Hebben wij er oog voor dat er, vooral in deze crisistijd, achter veel
voordeuren armoede heerst? Beroert het mij of laat het mij koud? En hoe ligt
dat op wereldschaal? Zien wij dat wat wij hier doen, verbonden is met het lot
van mensen aan de andere kant van de wereld? Dat de kleren en het voedsel dat
wij kopen (en de sieraden en het mobieltje, etc.), wel degelijk iets van doen
hebben met armoede elders in de wereld, met uitbuiting, met levensgevaarlijke
werkomstandigheden, met kinderarbeid? Beroert het mij of laat het mij koud?
Hoe
dan ook, wezenlijk is en blijft het punt dat Johannes maakt: verbind je met het
lot van anderen; laat de menswaardigheid van het bestaan van de ander iets zijn
dat jou raakt. Dat geldt voor dichtbij
en veraf. Veraf bestaat niet meer vandaag. Ja, waar mensen zo met elkaar omgaan,
heerst vrede en geluk.