Gedachte van de week – Klein wordt Groot

24 december 2011


We horen het kerstverhaal, een verhaal dat alles wat wij belangrijk en vanzelfsprekend vinden, op zijn kop zet en een omgekeerde wereld schetst.

We hebben het meer gezien: Mahatma Ghandi heeft een heel vredesproces in gang gezet zonder leger, zonder wapens, maar door geweldloosheid te prediken en te doen. Door gewoon maar te beginnen.

Nelson Mandela heeft een radicale ommekeer in Zuid Afrika in gang gezet, door na zijn jarenlange ballingschap, zonder wrok en met grote openheid de blanke regering de hand te reiken.

Rosa Parks heeft in Amerika een doorbraak geforceerd door als niet-blanke vrouw in de bus op de plaats te gaan zitten die bestemd was voor blanke personen.

Kleine mensen, gewone mannen en gewone vrouwen, worden groot. Kleine daden, je kwetsbaar maken, wordt groot.

 

De evangelist Lucas, de schrijver van dit kerstevangelie, wil Maria en Josef in een situatie plaatsen, waar het kleine, het kwetsbare overheerst:

de armoedige stal met een voederbak als wieg en de os en de ezel als natuurlijk verwarmingselement; de stal staat in Bethlehem, een klein plaatsje in Judea en niet in het machtige Jeruzalem, de stad van de tempel en het gezag.

Er verschijnen engelen, bij uitstek bewoners van een paradijs; zij weten waarom dit kind bijzonder zal zijn, zij weten waartoe dit kind is voorbestemd.

De herders – het uitschot van de bevolking toentertijd – zijn de eerste die het kind mogen bezoeken. Zij vertellen aan Maria en Jozef wat zij in het veld gehoord hebben. Maria en Jozef zijn niet meteen trots als een pauw, maar ze begrijpen het nog niet, moeten erover nadenken: zou dat waar zijn, wat ze zeggen, van dat kind? Het is iets nieuws, iets verrassends dat de redding, dat een nieuwe wereld moet komen van een kind, van iets heel kwetsbaars als een kind. Klein wordt groot. En Maria ‘bewaarde alles in haar hart’.

 

Zo is Jezus in heel zijn leven een voorbeeld geweest om alle vanzelfsprekende patronen van macht en status te doorbreken: vrouwen en kinderen telden mee. Melaatsen raakte Hij aan. De sabbat was niet heiliger dan het goed doen aan mensen in nood.  Maar wie zich voor liet staan op zijn geld of status, die negeerde hij of wees hij zelfs af. Zo schetst Jezus – in alles wat hij zegt en doet – een wereld die mooi is en leefbaar voor iedereen, waar rechtvaardigheid voorop staat. Een wereld van mensen die er voor elkaar willen zijn, die uit zijn op eerlijke verdeling van de welvaart of die eigen geluk niet willen bereiken ten koste van andermans geluk.

De kleine mens wordt groot; kleine daden kunnen grote dingen bewerken….

 

Zo hebben de leerlingen van Jezus hem ervaren. Zo zijn de verhalen over zijn leven doorverteld. En zo is ook dit geboorteverhaal verteld en bedoeld: die bijzondere man, Jezus van Nazareth, die in heel zijn leven de kleine, kwetsbare mensen voorop stelde, hij wordt Zoon van God genoemd; het kleine kind wordt al vanaf zijn geboorte de ‘redder van de wereld’ genoemd. Geen koning, geen hogepriester of schriftgeleerde, maar het begint allemaal met een kind.

Klein wordt groot. Dat is het paradijs. Nu nog een bord boven de kerststal? Of beter nog: boven onze Andreaskerk? Amen.