Gedachte van de week – Van bijzondere afkomst

22 december 2013 (4e zondag van de advent, A)


Bij grote mensen die een grote ommekeer in de geschiedenis hebben teweeg gebracht, vorsen wij later vaak naar hun oorsprong, naar hun ouders. Die nieuwsgierigheid naar de afkomst van Jezus zien wij vandaag ook in het evangelie van Matheus. Hij moet wel van bijzondere afkomst zijn. God moet een aandeel hebben gehad in zijn geboorte. Daarom begint Matheus zijn evangelie met deze woorden:  'De afkomst van Jezus was als volgt.'  Een wonderlijk verhaal inderdaad.  Mensen die geen gevoel hebben voor de diepere betekenis, sluiten zich af en halen hun schouders op, maar dit verhaal vraagt om uitleg, want het is een beeld van een diepere betekenis. Uit een jonge vrouw, uit een maagd is, door toedoen van God, Jezus geboren: 'Maria bleek zwanger te zijn van de H. Geest'. Moeten we dit letterlijk verstaan, als een biologisch gebeuren? Mijn geloof gaat niet zover, maar hoe dan wel? Matheus kijkt terug op het leven van Jezus, veertig jaar na zijn dood. Dat leven was bijzonder, het steeg ver uit boven wat mensen doorgaans laten zien, het beantwoordde aan de dromen van wie wij ten diepste zouden willen zijn, het moet wel van goddelijke oorsprong moet zijn. Daar gaat het de evangelist Matheus om: zonder Gods Geest zou Jezus nooit uitgegroeid zijn tot de bijzondere mens, die Hij in zijn latere leven zou blijken te zijn. Zo moet ik dit verhaal van Matheus verstaan: Geen biologisch hoogstandje, maar simpelweg: bij zo’n goddelijke mens, die Hij zal blijken te zijn, past een goddelijk afkomst.