In beide lezingen gaat het over 'geroepen worden'. “Wie zal Ik zenden? Wie zal in onze Naam gaan?”, vraagt God zich af. Ja, wie worden geroepen? Geld dat ook voor ons, gewone mensen? En hoe gaat dat dan in zijn werk?
Is het niet vaak zó dat wij denken “dat is niet voor mij; dat
is alleen voor heel bijzondere mensen? Toch gaat het in de lezingen van vandaag om gewone mensen van vlees en bloed, die zich
als zondig ervaren. Zij ondervinden angst en weerstand, en voelen zich niet geschikt
om in dienst te treden van God. Hij
zoekt blijkbaar juist mensen, die geen
pretenties hebben , mensen die hun gebreken hebben? “Ik ben een mens met onreine lippen”, zegt Jesaia. ”Ga weg van
mij, ik ben een zondig mens”, zegt Petrus. Juist zij krijgen te horen: wees niet bang,
je bent nodig.... de wereld moet omgekeerd!
Maar 'geroepen worden', hoe gaat dat in zijn werk? Stuurt God een engel van boven op mij af, die
me aanspreekt? Zo werkt het niet, dunkt
mij. Hoe dan wel? Die engel wordt niet
van boven gestuurd , maar zit in mijn ogen, in mijn hart.... en kijkt en voelt
met mij mee. Ik zie met eigen ogen onrecht om mij heen gebeuren, heel concreet,
en voel dan 'dit klopt niet' en word dáárdoor
aangesproken om in actie te komen. Ik zie dat op de werkvloer iemand onderuit
gehaald wordt, vernederd wordt door de
baas of een groepje collega's, en voel dan 'dit klopt niet' en word dáárdoor geroepen om in actie te komen voor het slachtoffer. Ik zie dat een van mijn medeleerlingen gepest
wordt op school, en voel dan 'dit kan
niet' - dit is dodelijk, dit maakt
hem/haar stuk - dan is dat de stem in mij die roept om in actie te komen en
stelling te nemen voor hem/haar... ongeacht de consequenties voor mezelf. Of ik zie dat vluchtelingenkinderen door
regeringsmaatregelen van hot naar haar gestuurd worden en van slag raken, en
voel 'dit mag niet', dan is dat de stem die in mij roept om in verzet te komen.
Zo roept God heel concreet... met een appèl
op onze verantwoordelijkheid als mens voor onze medemensen. Zo simpel is het,
dunkt mij, heel concreet, heel dichtbij,
niks zweverigs, twee voeten op
die buitendeur. We gaan ervoor. Amen